De op hol slaande energieprijzen herinneren eraan hoe belangrijk het is de juiste keuzes te maken wanneer je investeert in bijvoorbeeld vastgoed of een nieuwe wagen. Als het om auto’s gaat, is de steeds terugkerende vraag uiteraard de prijs van de brandstof, die mee de aflossing van een nieuw voertuig bepaalt.
Nemen we het voorbeeld van een stadsauto die zowel in elektrische versie als met benzinemotor verkrijgbaar is.
- Verbruik van de elektrische versie: 15 kWh/100 km
- Verbruik van de benzinemotor: 5,5 l/100 km
Op basis van 25.000 km per jaar betaal je voor benzine € 2.324 per jaar, hetzij € 194/maand.
Bij een gelijk aantal kilometers hangt je budget voor elektriciteit logischerwijze af van de plaats en het moment waarop je je wagen oplaadt. Doe je dat thuis en heb je het geluk dat je een elektriciteitscontract hebt tegen € 0,15/kWh, dan kost het opladen € 562,5 per jaar, hetzij € 47 per maand. Heb je minder geluk en betaal je € 0,25/kWh voor je elektriciteit, dan is je jaarbudget € 937,5, hetzij € 78 per maand.
Zelfs met de stijging van de elektriciteitsprijs blijft het dus zuiniger om op elektriciteit te rijden.
Dan blijft er nog de meerkost bij de aankoop van een elektrische wagen ten opzichte van een benzinemodel. De stadswagen met benzinemotor in ons voorbeeld heeft een catalogusprijs van € 21.715. De elektrische versie gaat van de hand voor € 35.815. Die meerkost van € 14.100 verdien je terug in 8 tot iets meer dan 10 jaar, naargelang de prijs die je betaalt voor je elektriciteit en voor zover de benzineprijs stabiel blijft. Ondertussen heb je wel de voldoening dat je bij je verplaatsingen nul CO2 hebt uitgestoten.
Let wel op: dit voorbeeld houdt geen rekening met de eventuele aanwezigheid van zonnepanelen op het dak van je woning. In dat geval kan de aankoop van een elektrische wagen nog (heel) veel sneller voordelig worden.
