Als er één onderwerp de actualiteit beheerst wanneer het over auto’s gaat, dan is het de impact van de individuele mobiliteit - de wagen dus - op de opwarming van de aarde. En als er een illustratie staat bij een artikel over deze kwestie, dan mag je er redelijk zeker van zijn: er wordt een foto gebruikt van een knalpot uit het begin van de jaren 90 die dikke rook spuwt. Nochtans behoort dat beeld definitief tot het verleden, op voorwaarde natuurlijk dat je voertuig correct wordt onderhouden.
Het is een feit dat de automobielindustrie al lang werkt aan de beperking van de CO2-uitstoot van de voertuigen die ze op de markt brengt. Hoewel het door de Europese automobielwetgeving niet wordt beschouwd als een direct vervuilend gas (want het is niet giftig), wordt CO2 aangewezen als een van de verantwoordelijken voor de klimaatopwarming.
Enkele cijfers ter illustratie van het werk dat de automobielindustrie op dit vlak heeft geleverd:
- In 1995 bedroeg de gemiddelde uitstoot van de verkochte nieuwe wagens in België 186 gram per kilometer.
- Tien jaar later, in 2005, was dat cijfer gezakt tot 155,6 g/km.
- In 2015, toen de elektrische technologie haar opwachting maakte op de markt, was de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe wagens in België 117,6 g/km.
- En beter nog: eind 2020 lag de gemiddelde uitstoot op 107,9 g/km.
In 25 jaar daalde de gemiddelde uitstoot van nieuwe wagens dus met 42%. Dat is goed voor de planeet - minder CO2 betekent een kleinere impact op de klimaatopwarming - en goed voor je portemonnee. De CO2-uitstoot is immers rechtstreeks gelinkt aan het brandstofverbruik van een voertuig. Hoe lager dus de uitstoot, hoe minder brandstof je verbruikt.